Kwetsbaar
Altijd aanwezig, zo op elkaar gesteld. Een bijzondere band die zo was gegroeid.
Wat was, is nu anders. Dit knaagt. Als een gat in mijn binnenste waarvan ik voel dat het groter word. De gedachte ‘zeurt’ in mijn achterhoofd en zorgt ervoor dat nadenken niet altijd meer zo gemakkelijk is. Een dichte mist omringt mij en alles is op zo’n moment teveel en voelt erg. Kan dit rauwe gevoel rouw zijn? Is dat normaal? Volgt rouw als iemand ervoor heeft gekozen jou niet meer te willen zien?
Een mokerslag zorgde voor een enorm groot contrast. Vooral blijven staan in de storm die plotseling was opgelaaid werd mijn hoogste prioriteit. Met mijn wortels diep geplant in Gods waarheid wist ik dat er een flinke strijd in de hemelse gewesten gevoerd werd. Een strijd waar ik niets van zag maar waarvan de onrust als een eigen storm in me woedde. Ik probeerde mijzelf sterk te houden, maar voor hoelang? Mijn lichaam deed pijn van verdriet, mijn ziel was in de war. Het moment dat het me teveel werd, was onvermijdelijk. Mijn sterke wortels, waarvan ik zelf dacht dat ze goed vastzaten, leken toch los te zijn geraakt.
De schok van dit besef trof me als een giftige pijl. Het gaf me een misselijk gevoel, vernietigde in één klap alles wat ooit was geweest, het doet zoveel pijn. Gedachten van angst voor de toekomst vulden me, met tegenzin vroeg ik me af wat morgen zou brengen. Alles leek weggevaagd, ik bleef maar zoeken naar het missende stukje. Niet dood maar wel ergens heel diep, zo moeilijk te vinden.
Wetende dat God niet wil dat dit mijn leven blijft beheersen, voelde ik dat ik er wel door werd overspoeld. Vanuit deze diepe pijn die me een verlammend gevoel gaf, wist ik dat ik op een bepaald moment weer moest gaan staan. Noem het mindfulness of wishfull thinking, ik ging op zoek naar een sprankel licht.
Staan kostte moeite. In mijn gebed aan Jezus vroeg ik Hem om Zijn leiding. Terwijl de tranen over mijn wangen biggelden vroeg ik of Zijn liefde vele harten aan mag raken. Zijn liefde die steeds meer zichtbaar wordt, Zijn gedachten welke meer en meer vanuit harten mag gaan leven. Deze woorden, ik sprak ze hardop uit. Mijn eigen hart deed alleen niet mee, voelde iets anders. Ik bleef het liefst bij de pakken neer zitten om door te sudderen in mijn eigen ellende. Toch koos ik er uiteindelijk voor om dit laatste niet te doen, door de woorden hardop uit te spreken, maakte ik mijn keuze.
Het is best pittig, me laten leiden door de Geest vanuit het geestelijke. Vaak voel ik me nog steeds uit het veld geslagen, wil dan het liefst met mijn hoofd onder de dekens liggen. Ik doen het alleen niet.
Leiding door de Heilige Geest, het brengt balans terug in mijn leven. De pijn is niet verdwenen, die is er en mag er ook zijn. Ik leer als het ware opnieuw om te gaan staan en van daaruit voorzichtig te lopen. Dat doe ik niet alleen, maar samen met Hem. Mijn onrustige, zere lichaam is weer terug op het juiste spoor. Ondanks de pijn ben ik dankbaar, het is waardevol om inzicht te krijgen. Wat mijn omstandigheden ook zijn, ik mag naast me kijken en daar vind ik Jezus. Dat geeft vertrouwen. Op die momenten dat ik het weer moeilijk heb, weet ik wat te doen. Naast me vind ik wat ik zoek, Hij is namelijk dichterbij dan ik denk.
Troost vind ik ook in de bijbel wanneer ik zoek. In Psalmen 94:17-19 lees ik: ‘Had de Heer mij niet geholpen, dan woonde ik al in de stilte van het graf. Toen ik dacht: Mijn voet glijdt weg, hield Uw trouw mij staande, Heer. Toen ik door zorgen werd overstelpt, was Uw trots de vreugde van mijn ziel’.
Het ‘oer’ van mijn moederinstinct voelt nog altijd intact. De noodzaak in mijn herinnering om te troosten bij verdriet voelt nog steeds heel levend. Ontelbaar veel liedjes zongen we terwijl we dicht tegen elkaar aanzaten. Net zoveel verhaaltjes voorgelezen voor grote en kleine samen. Heel gewoon, het warme gevoel van samenzijn.