De Vader op zoek
Hebreeën 8:9-13. Het zal een ander verbond zijn dan dat Ik met hun voorouders sloot op de dag dat Ik hen uit Egypte leidde, want zij hielden zich niet aan het verbond, zodat Ik hun de rug heb toegekeerd. Dit is het nieuwe verbond dat Ik met het volk van Israël sluit: Ik zal mijn wetten in hun gedachten schrijven en in hun hart. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. Niemand zal tegen zijn vriend, broer of buurman hoeven zeggen: ‘Jij moet de Here ook leren kennen,’ want van klein tot groot zal iedereen Mij kennen. Ik zal hun overtredingen vergeven en niet meer aan hun zonden denken. Als God het over een nieuw verbond heeft, wil Hij daarmee zeggen dat het eerste verouderd is. En alles wat oud en versleten is, wordt vroeg of laat afgedankt.
In dit blog kijken we naar onze relatie met onze hemelse Vader. Misschien is het beter om te zeggen dat we gaan kijken naar Gods relatie met mij en met jou. In een relatie zijn er altijd twee, het gaat om jou, de ander, de ander en jou. Er zijn voor de ander, in Hebreeën 8 lezen we dat God er zegenend wil zijn voor zijn volk en het volk wil dankbaar zijn voor God. Het is een afspraak die onderling gemaakt is en wanneer we er dieper naar gaan kijken zien we dat het volk te kort schiet in deze afspraak. De mens houdt zich namelijk niet aan zijn eigen belofte. Als je goed leest zie je dat God het niet laat afweten, hij gooit de knuppel niet in het hoenderhok. God schiet niet tekort, Hij houdt zich aan de afspraak en dat maakt dat Zijn toewijding volmaakt is. Het klopt precies, voor de volle honderd procent.
Als we Hebreeën 8 lezen draait het eigenlijk allemaal om het woord ‘verbond’. Het verbond genoemd in Hebreeën 8 beschrijft dat het volledig draait om God zelf die zich zegenend toewijdt. Het is de kern, de oorsprong van de relatie die God zelf heeft met Zijn volk. God die zich zegenend toewijdt aan zijn volk en het volk dat zich dankbaar toewijdt aan God. Twee belangrijke dingen in deze relatie tussen God en Zijn volk, het is een wederzijdse afspraak, samen gemaakt. God wil er dus zijn voor Zijn volk met zijn zegen, het volk wil er zijn voor God. Geweldig, vind je niet?
Wat een liefde zien we hier van God. Het volk wat ontrouw was, Hij blijft ze zoeken en blijft ze trouw. Telkens weer probeert Hij hun hart te bereiken. Maar hoe zit het eigenlijk met het volk? Doen zij op hun beurt hetzelfde naar God toe? En wanneer we het volk van Israël dan vergelijken met onszelf, hoe zit het precies met ons? Heb jij je focus volledig op je hemelse Vader? Als we heel eerlijk naar onszelf kijken lukt het ons zeker niet altijd. We schieten daarin tekort. Onze toewijding aan God, onze dankbaarheid naar Hem is verre van volmaakt. Dit geldt zeker ook voor mijzelf. Wat gebeurt er dan eigenlijk? Omdat ik mijzelf niet aan de afspraak houd en dus te kort schiet zet ik mijn eigen relatie met God onder druk.
Met dat besef in mijn achterhoofd geprent staar ik naar de Bijbeltekst van Hebreeën 8. Daar staat geschreven dat Jezus een nieuwe relatie tussen God en zijn volk regelt. Simpel gezegd staat daar gewoon dat God het dus niet opgeeft. Gewoon? Het is niet gewoon, het is ongelooflijk onvoorwaardelijk. Hij, die maar blijft zoeken naar mogelijkheden om ons hart te bereiken. Hij, die ons onvermoeibaar blijft zoeken omdat Hij niets liever wil dan relatie met ons. Met jou, met mij, het is Zijn hartsverlangen.
Jezus, Hij is het die een nieuwe relatie tussen God en zijn volk regelt. Jezus, Hij is de weg naar God de Vader die niets liever wil dan relatie met ons hebben. De bevestiging lezen we terug in vers 10 waarin staat: ‘Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn’. Het is God die zich verbindt met zijn volk. Hij zoekt ons, jou, mij, steeds maar weer.
Liefdevol schrijft Hij zijn wetten in onze gedachten en in onze harten. Dit is de weg van volmaakte liefde. God die op deze manier in mijn hart en ook in het jouwe schrijft. Hij spreekt van hart tot hart. Wat schrijft Hij in jouw hart?