
Wat zie jij?
Wanneer ik niet zo goed in mijn vel zit ben ik vaak te vinden aan de voeten van de Heer. Zoekend naar Hem. Lezend, biddend, mijmerend en mezelf afvragend: wat wil God? Wat heeft Hij nou precies voor mij in petto?
Tijdens één van deze momenten moest ik sterk denken aan een roodborstje. Een roodborstje van vilt wat al een tijdje in mijn kast lag om precies te zijn. Waarom?
Ik was ervan overtuigd dat er, tijdens de laatste doopdienst in onze gemeente Rafaël Gouda, gesproken werd over een roodborstje. Niets was minder waar bleek later. Want tijdens deze bewuste doopdienst was er helemaal niet gesproken over een roodborstje, maar over een koolmeesje. Hoe kon het dat mijn eigen overtuiging in mijn hoofd totaal niet klopte? Ik was verbijsterd! En ik vroeg mij af: ‘Hoe kan ik er toch zo naast zitten?’
Het roodborstje bleef maar in mijn gedachten rondvliegen. Ik besloot er voor te bidden en tijdens mijn gebed vroeg ik aan God wat het nou toch precies te vertellen had? Ik was nieuwsgierig en ben het op gaan zoeken.
Als je wat ouder bent, ken je het liedje vast nog wel: ‘Roodborstje tikt tegen het vensterraam aan. Laat mij erin, laat mij erin.’ Wat doet het vogeltje nu eigenlijk in dit kinderliedje?
Hij ziet zichzelf in het vensterraam. Roodborstjes zijn heel territoriaal is één van de dingen die ik leerde in mijn zoektocht naar dit vogeltje. En wat doet hij verder? Hij ziet zichzelf dus in het vensterraam en valt erop aan. Hij valt zichzelf aan! Door op het raam te tikken. Wat hij niet weet is dat hij het zelf is. Dat hij het zelf is waar hij naar zit te kijken en waar hij op aanvalt. Hij probeert zichzelf te verjagen!
Hoe vaak is het niet dat wij zelf (vol in onze eigen overtuiging) blijven volharden in onze eigen waarheid. Hoe vaak worstelen wij met dit soort dingen? Verzetten we ons tegen onze eigen identiteit?
Waar haal jij je identiteit vandaan? Dat is mijn vraag aan jou vandaag. En wat heeft God vandaag voor je klaarliggen? Dat is natuurlijk de grote hamvraag die ons allemaal, denk ik, wel bezighoudt.
Ik ben er zelf over door gaan bidden want het liet mij niet meer los. Mijn overtuiging die totaal niet klopte met de feiten. En natuurlijk gaat het in mijn voorbeeld over iets kleins. Dat is zeker waar. Maar daar waar het in het klein gebeurt, kan het ook in het groot plaatsvinden. En hoe weet je dan dat jouw overtuiging de juiste is?
Hier raken we de kern van onze identiteit. Want we zijn aangekomen op een kruispunt en hier komt het erop aan. Wat kies je? Laat jij je leiden door je eigen feiten, in de overtuiging dat het de absolute waarheid is? Of zoek je God en leg je het aan Hem voor, door ervoor te bidden?